Marathon van Amsterdam

Gisterochtend rond elf uur ongeveer had ik mijn eerste kilometers van de marathon van Amsterdam erop zitten. Ik liep op dat moment heel ontspannen langs de Amstel waar ik prachtige huizen zag staan (en nog helder genoeg was om te bedenken wat is het toch oneerlijk verdeeld in de wereld..). Vanaf het water en het land werd ik toegezongen, toegejuicht en opgezweept.

Mijn eerste keer. Prima weersomstandigheden, niet warm, niet koud, geen zon, geen regen. Dus geen gedoe met extra’s zoals petjes en dubben over wat je aan zal doen, lange mouw, hemdje?

Pijn in mijn bovenbeenspier ontstaan door het verzwikken van mijn enkel rollend over een eikeltje tijdens een trainingsloopje, (herfst jazeker) heb ik gelukkig niet gehad. En de enkel was ook net op tijd weer pijnvrij. Ik kneep ‘m wel even, vanaf januari heb ik namelijk keihard getraind, 5x per week met steeds langere afstanden in de laatste weken. Ik dacht het gaat me niet gebeuren dat ik nu door een Eikel J geblesseerd ben en niet mee kan doen met de marathon, maar gelukkig kon ik gewoon starten.

Lange afstanden lopen wilde ik leren. Dat moet je ook leren lopen denk ik. En waar ik 3 jaar geleden helemaal in de ban was van de halve marathon die ik zou gaan lopen, lag het afgelopen jaar de focus op de hele marathon. Het was heel gek om te ervaren dat een halve marathon of meer kilometers dan dat, op het laatst wekelijks in mijn trainingen verwerkt waren en dat ik die afstanden (meestal) heel ontspannen kon lopen. Je kunt dus snel grenzen verleggen als je het wil en er voor gaat. Je moet genieten van het lopen zei mijn coach. Dat lukte steeds beter maar er waren ook momenten bij dat ik dacht dat er aan de dijk geen einde zou komen. Dat ik precies wist wanneer ik weer een kilometer had gelopen en hoeveel ik er dus nog moest. Elke oneffenheid of paaltje weet je na al die kilometers met je ogen dicht zo ongeveer aan te geven, het worden ijkpunten. Soms dus met een positieve werking maar ook wel met negatieve info. Het mooiste en het fijnst zijn en blijven de lopen heel vroeg in de ochtend, wanneer iedereen nog in bed ligt en de zon op komt. Alleen op de wereld, één met de natuur. Wat een rijk gevoel. Vossen, hermelijntjes, herten en roofvogels en ja meestal dode muizen of kikkers, ik kwam ze vaker tegen. Maar ook andere wezens de mederunners zag ik vaak voorbijkomen, bekende of onbekende lopers, ieder met een eigen doel en drive. Het brengt altijd een soort van ‘wij’ gevoel in me naar boven. Er was een tijd dat ik ook die runners zag maar zelf nog geen runner was en altijd dacht; dat wil ik ook kunnen. En nu ben ik aan die andere kant van de streep beland. Zo leuk, fijn en mooi.

Expirimenteren met voeding en drinken was ook een onderdeel van mijn training. Wat heb je nodig of lees; wat heb ik nodig. Dat moet je uitvogelen door te doen en te ervaren. Ik drink mijn hele leven al weinig, ik heb nooit dorst en dus is de hoeveelheid vocht die ik volgens de boeken weg moet zien te werken veel. Daarbij wetend dat je van alles moet aanvullen aan koolhydraten, elektrolyten etc. was het een flink gepuzzel om voor mezelf de juiste hoeveelheden (per 10 km want dat vond ik op een gegeven moment het meest overzichtelijk én te doen) in kaart te hebben. En toen ik had uitgedokterd  waarop en waarmee ik redelijk goed kan lopen, wat ik kan verdragen kwam het volgende ‘probleem’; hoe neem ik dat dan mee. Uiteindelijk kocht ik een bidonhouder (nee ik kocht veeeel meer maar ik vond de bidonhouder het fijnst) waar 1 bidon in kan met 500cc en nog een klein vakje voor mijn mobiel die ik altijd mee neem. Aanvankelijk vond ik het heel vervelend zo’n zwaar ding op mijn heup met een bidon erin met klotsende geluidjes die ik bij elke stap hoorde of erger nog met een bidon met een dop die niet goed sloot en dus een natte kont. In het begin verschoof hij nogal eens of  kroop omhoog, ook super irritant maar ik wende er aan. Beter dan een fles in mijn hand of meerdere kleine flesjes. Gelletjes, zo’n overdosis zoetigheid in één keer was al snel uit mijn systeem.

Het meest prettige van dit uitproberen was dat ik  tijdens de marathon nu niet van die onhandige bekertjes hoefde aan te pakken bij de posten waar het er toch enigszins chaotisch aan toe gaat met alle mensen die vooral snel willen zijn met aanpakken en drinken en op zoek naar water of sportdrank plotsklaps stil gaan staan voor je neus #%^&**. Ik had mijn eigen ‘voeding’ mee (alleen maar drie zakjes Maurten 160 goed voor 40 gram koolhydraten die helemaal ingekapseld worden in de hoeveelheid water, 500 ml, die je moet toevoegen en daardoor minder belastend zijn voor je maag en darmen) ook in die bidonhouder op de plek van mijn mobiel want tijdens de marathon loop je verre van alleen, dus mobiel overbodig. Daardoor kon ik bij de drankposten om de meute heen lopen naar zo ongeveer de laatste waterpost, ging aan de tafel staan en deed heel relaxed een zakje poeder erin. Iedere vrijwilliger had snel door dat ik een paar bekertjes water nodig had en hielp mee dat in mijn bidon te gieten. Even schudden en klaar. Een klein oponthoudje bij elke 10 km maar heel goed te doen. Ik hoefde dus maar 3x te stoppen, de eerste bidon had ik namelijk al klaar bij de start (met Maurten 320, goed voor 80 koolhydraten) en in het uur voorafgaand aan de start had ik ook al een bidon met 320 genuttigd, dus ik ging met een flinke boost op weg. Ik kon daardoor dus veel posten overslaan (op het laatst best jammer J want was toen wel af en toe even aan een break toe) en doorlopen immers ik had mijn eigen voorraad achterop. Ik stopte alleen na elke 10 km. ( En nu even heel eerlijk, nog een paar keer extra buiten de posten om na 33 km…tja.) Dus nu weet ik zo’n beetje bij volgende langere afstanden wat ik verdraag en ben ik niet afhankelijk van wat er wordt aangeboden.

Tijdens de trainingen met lange afstanden kiende ik het zo uit dat ik rond de 10 km weer langs huis ging of wist waar ik onderweg een bidon kon vullen en/of klaar had staan. Ik heb trouwens best wel wat gelezen de afgelopen tijd over hardlopen in het algemeen en specifiek de lange afstanden. Het boek: de 10, de halve en de hele van Rob Veer,  waarin topsporters hun ervaringen delen en waar wetenschappelijke onderzoeken worden belicht, met inzichten van lang geleden en nu en vanuit verschillende invalshoeken. Het is leuk om de ‘wetten’ en vanuit onderzoek het hardlopen te benaderen. Daar kun je veel van leren maar het is daarbij, heb ik ervaren, ook heel belangrijk niet te verloochenen wat je zelf voelt en ervaart. Niet elk lichaam functioneert hetzelfde en daarom denk ik vaak ‘een beetje van jezelf en een beetje van maggi’, (volgens die ouderwetse reclame) dat is de truc, de kunst. In een heel andere schrijfstijl, las ik een ander boek over een Japanner en zijn hardloopervaringen, (een cadeautje van collega’s, gelukkig weten ze voor mij steeds iets gerichts en ben ik er meer blij mee dan met het zeepje of het andere goedbedoelde uit een goed hart komend presentje en nee, ik zal een gegeven paard nooit in de bek kijken dan, dank, dank). Dit boek is meer geschreven vanuit het gevoel van wat hardlopen met je leven kan doen of hoe hardlopen jaren een onderdeel van de dag is waardoor je je heel prettig kan voelen en hoe het je leven kan beïnvloeden. Vooral dat laatste vind ik een mooi gegeven. Hardlopen kan levens positief beïnvloeden. Dat ervaar ik zelf ook.

De coach die mij verder heeft geholpen heeft die passie ook. Hij heeft als geen ander ondervonden dat hardlopen je op de been kan houden (letterlijk). Dat je er vrijheid door kan ervaren, dat het een super uitlaatklep is, dat je kansen krijgt die je moet pakken, dat je ervan leert door te zetten, dat je pijn beter kan/leert verdragen, dat het je zelfvertrouwen geeft, grenzen doet verleggen en daarbij ook nog bij draagt aan een gezonde leefstijl, omdat sporten gewoon goed voor je is. Kortom dat hardlopen je een mooier mens maakt en vooral dat je dat wil doorgeven. Dat wie je ook bent, waar je vandaan komt of wat je hebt meegemaakt, je kunt leren hardlopen, niveau doet er helemaal niet toe alleen het gevoel dat wat het met je kan doen is belangrijk.

De woorden van een ADD-er, die dat label al zijn hele leven als een last met zich mee draagt en gewoon een marathon loopt, die over de finishstreep komt en zegt: ‘Ik kan toch wel iets’,  is daar een heel mooi voorbeeld van.
De kunst voor mij is nog steeds; beter verdelen, niet te hard van start gaan om uiteindelijke een snellere tijd te kunnen lopen. Ik ben super tevreden met de tijd die ik liep. Mijn eerste marathon op 58 jarige leeftijd met op de klok 4 uur 13 minuten en 5 seconden, prima. In mijn leeftijdsgroep 30e , nog een mooiere vermelding. Maar ik weet stiekem dat als ik de eerste helft rustiger aan had gedaan ik misschien de laatste 12 km ‘beter’ was  doorgekomen. Ik riep nog dat ik zo uitgerust was en zo ontspannen kon lopen, ( ik kon me ook behoeden voor extreem zenuwachtig zijn) dat het heel lekker ging en dat was ook zo in het begin. Maar aan het einde  kon ik een constant tempo niet zo goed meer vasthouden en kreeg last van mijn benen. Dit voel je dus als je leeg raakt en jij wil nog wel maar je benen niet meer. Gelukkig kreeg ik geen kramp, dat was al winst. Dit instortmomentje is onderdeel van de marathon wist ik. Het hoort erbij, was ik ook best op voorbereid maar ik had dit niet eerder zo gevoeld. Het was trouwens niet zo vervelend dat het niet meer leuk was, ik vond het eerder duidelijk om het zo te ervaren en dacht, dit is dus die pijn en niet zeuren nu, doorzetten.

Ontspannen lopen is voor mij ook uit de stroom van mensen, een beetje aan de kant (in dit geval rechts) lopen zodat je niet zo bezig hoeft te zijn met de voeten voor je. Geloof me ik hou niet van massa… en ja waarom dan de marathon Amsterdam kan je je afvragen, ik weet het niet eigenlijk. Bijzonder dat zeker wel. Ik wil dus zicht en ruimte en anderen de ruimte geven die ze nodig hebben (of nemen), dat bleek best wel lastig trouwens met duizenden lopers om je heen, pfff.  Bijkomstigheid is dat mensen langs de kant vaak goed je naam kunnen lezen als je rechts blijft en gaan roepen en aanmoedigen. Ik kreeg daardoor gespiegeld wat je zelf al haarfijn aanvoelt; het ziet er even niet ontspannen uit. Als je je naam hoort moet je alert zijn! Kennelijk is het heel zichtbaar voor de toeschouwers hoe het met je gaat. Maar stiekem ook weer echt niet verrassend voor de loopster José van Vlaar, zoals ik te boek stond voor deze dag, foutje, want ik heet José van Laar! Nou ja, leuk voor later deze anekdote, ik weet niet wie mij heeft willen volgen maar dat ging ‘m dus niet worden. Ik voelde echt zelf wel als het even niet meer ging, kon soms mijn voeten niet meer van de grond krijgen. Ik probeerde dan om bewust weer op mijn houding te letten, rechtop, krachtige passen te nemen, voeten op te tillen maar dat hielp allemaal maar drie stappen. Op is op, leeg is leeg denk ik maar je brein kan je verder helpen. Ik heb mezelf dan ook mentale oppeppers gegeven en dat hielp.

Ik heb vanaf januari intensief met een hartslagband getraind. Ook weer zoiets extra’s aan je lijf. Ik vind het niet prettig dragen, tel uit je winst: een strakke hartslagband, voelt als ingesnoerd en een BH die enigszins strak moet zitten dus ook alleen maar een gevoel van adembenemend irritant terwijl je juist je longen moet kunnen volzuigen of zoiets. En dan heb je na afloop lelijke rauwe schuurplekken ergens onderaan je borst en geloof me daar helpt geen smeerseltje tegen vooraf. Achteraf een paar dagen verder is dat pas weer geheeld en dan loop je je volgende lange loop en dus…..begin je weer van voor af aan. Je moet er wat voor over hebben toch, voor dat lopen? Maar goed wel functioneel zo’n hartslagband (en die BH functioneel en esthetisch verantwoord!). Ik kan door het gebruik van de band nu op een lagere hartslag langere afstanden lopen. Winst dus. Ik heb ook geleerd naar mijn lichaam te luisteren. Soms kan ik al zonder de hartslagband inschatten wat mijn hartslag is en ook mijn snelheid kan ik redelijk bepalen, aanvoelen. (Als ik ga hijgen dan…) Nu nog vertrouwen op een rustige start, niet te snel ook al voelt het zo verdomd lekker dat tempo, durven langzaam te starten om later in de wedstrijd ‘over‘ te hebben en juist nog te kunnen versnellen. De negatieve split. Ik weet dat het zo kan/hoort maar ik vind dat nog het moeilijkste kunstje. Leuk juist om dat als volgend doel te stellen. Bij mijn tweede marathon maar eens uitproberen, maar dan niet alleen zoals gisteren, maar met mijn coach naast me die aan de teugels kan trekken.

Na mijn eerste halve marathon was mijn doel de halve binnen 2 uur te kunnen lopen. Dat lukt. Oké er zijn altijd mensen die beter zijn en gewoon een hele binnen de 2 uur lopen, wow wat knap Kipchoge! Nieuw doel voor mij, de hele binnen 4 uur en dan nog ergens voor mijn 60e. Heb ik nog even de tijd. Nu al zin in de volgende trainingen. Uh dat wil zeggen niet nu nu, maar over een paar dagen. Ik heb behoorlijke spierpijn in mijn bovenbenen. Een toiletbezoek is niets meer dan boven de pot gaan hangen, me laten neerstorten en me (op goed geluk) met mijn  handen en armen proberen op te vangen zodat het onaangename  gevoel weg blijft (ai maar dat lukt niet). Dat wat we gewoonlijk, zonder er bij na te denken, met onze bovenbeenspieren doen gaat vandaag bij mij en waarschijnlijk bij duizenden met mij, echt niet soepeltjes, want die spieren weigeren elke gecoördineerde dan wel vanzelfsprekende aanwijzingen vanuit de hersenen. Het weerstandsignaal is vele malen sterker. Niks ergs aan trouwens, ik wil namelijk best nog wel even herinnerd worden aan wat ik gister gepresteerd heb.

Er zijn twee dingen in mijn hardloop carrière (blehh weet het even niet anders te verwoorden) heel erg belangrijk geweest. De start en eerste trainingsjaren bij Just Run ( ik ben nog steeds lid en kom graag weer meetrainen als het past in mijn tijdschema’s) en de personal coach die ik het laatste jaar om advies, steun en raad kon vragen. De coach die mij wekelijks een schema stuurde met wat te doen, aangepast aan mijn werk en privé. Ik had de marathon niet zonder deze coaching kunnen doen. Een goede voorbereiding, meedenken, luisteren en bijstellen samen met mij (een soms behoorlijk eigenwijs betweterig mens) hebben zeker bijgedragen aan mijn presteren van gisteren. Ik wilde gericht, gestuurd advies op maat. En dat kreeg ik. Dank Gregor.

Volg mij ook hier

Hoi, ik ben Gregor Stam. Als triathloncoach, Running therapeut en oud professioneel triathleet, deel ik mijn verhalen. Lees mijn blogs over mijn topsportcarrière, ervaringen als coach en de verhalen van mijn atleten! 
Voel je vrij om berichten te delen!
Groetjes, Gregor

Gerelateerd